Professionaliseringskloof?

Onlangs had ik een inzicht dat me flink over mijn werk deed nadenken.

André Koffeman (UvA) presenteerde de uitkomsten van zijn onderzoek naar de leergangen, die wij voor de Amsterdams Taskforce Lerarentekort hadden ontwikkeld in het kader van behoud van leraren in het onderwijs. (Project Leraar Kleurrijk Beroep)

Het onderzoek richtte zich op de vraag of de aantrekkelijkheid van het beroep wordt vergroot als docenten door het volgen van een leergang ontwikkelmogelijkheden ervaren. Daaruit blijkt dat docenten meer werkplezier, afwisseling en regelruimte ervaren. Ook het vertrouwen in eigen kunnen neemt toe.

Dat is goed nieuws. Het is sowieso fijn wanneer je empirische waarneming; dat leergangen substantieel iets teweeg brengen bij docenten en leidinggevenden, ook door onderzoek wordt onderbouwd.

Tot zover het goede nieuws!

Maar nu de kanttekening. Want wat blijkt, de scores op deze onderdelen waren bij alle deelnemers bij de start van de leergang al relatief hoog! Met andere woorden, docenten die zich opgeven voor de leergang ervaren al een grote mate van werkplezier, afwisseling en regelruimte en dat is alleen maar toegenomen!

Dus, wij maken docenten en leidinggevenden die al goed zijn nog beter!

Dat roept wel een paar vragen op.

Als wij vooral de goede jongetjes en meisjes in de personeelsklas bedienen, wat betekent dit dan voor de middenmoot en de achterhoede?  Zijn zij in ontwikkeling via andere trajecten, leren zij informeel (werkende weg) of staat hun ontwikkeling op een laag pitje? Zou er sprake kunnen zijn van een (groter wordende) ontwikkelingsongelijkheid? En is er genoeg variatie in het aanbod van leertrajecten, dat voldoende aansluit bij de verschillende behoeftes van docenten en leidinggevenden?

Ik heb de antwoorden niet afgewacht, maar iets ontwikkeld vanuit de volgende uitgangspunten:

  • Een korte module, want je wilt het goed kunnen combineren met je werk
  • Een leerlijn met een begin, midden en eind, want leren is een proces.
  • Een vraagstuk als basis, zodat je er gelijk in de praktijk profijt van hebt.

Daarnaast nog een laatste opmerking. De hoogvliegers vinden hun weg wel in professionaliseringsland, maar de middenmoot heeft een zetje nodig. Daar speelt de leidinggevende een belangrijke rol in.

Dus, wie gun je naast de ‘usual suspects’ nog meer leertijd voor persoonlijk leiderschap?

Deel dit bericht

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven